Jerôme Duquesnoy (toegeschreven aan Artus Quellinus I)
Antwerpen 1602 – Gent 1654
Marmer
87 cm
Inventarisnummer 703
Dit beeldhouwwerk slaat terug op de legende van
Cimon en Pero die erg populair was in de klassieke oudheid. De oude, uitgehongerde Cimon
zit in de gevangenis vastgeketend aan zijn voet. Als ter dood veroordeelde is hij gedoemd aan
hongersdood te sterven. Zijn dochter Pero bezoekt hem en laat hem drinken aan haar borst. Haar
voedzame moedermelk geeft hem opnieuw levenskracht. Het verhaal grijpt de stadsmagistraat zo aan
dat hij Cimon terstond vrijlaat. Gedurende de rest van zijn leven mag hij op kosten van de staat
leven en hoeft hij geen honger meer te lijden.
Al gauw werd Pero het toonbeeld van de liefdevolle toewijding van een kind aan zijn of haar
ouders.
Op stilistisch vlak doet deze
Cimon en Pero aan de classicistische beeldhouwer
Jerôme Duquesnoy II denken. Daar is in de loop der jaren echter heel wat discussie
over geweest. Sommige kunsthistorici schrijven het beeld dan ook aan de Antwerpse beeldhouwer
Artus Quellinus I toe.
Extra betekenis
In de legende komt Pero’s zuigeling aanvankelijk niet voor. In de 17de eeuw wordt het kind steeds vaker uitgebeeld om een incestueuze interpretatie tegen te gaan. Bovendien geeft het kleintje het verhaal een extra betekenis. De drie generaties - het kind, de volwassen Pero en de oude Cimon - maken dat dit beeld zowel jeugd als ouderdom symboliseert.
