Geschenk van drie sculpturen
Onlangs nam het museum een schenking in ontvangst. Het gaat om drie sculpturen van de Antwerpse beeldhouwer Wilfried Pas (1940-2017).
Even vooraf: wolken worden internationaal getypeerd volgens lagen. Je hebt laaghangende wolken, hoge wolken en een laag ertussenin. Bovendien blijven wolken niet altijd netjes in één laag hangen en kunnen ze zich verspreiden over verschillende lagen. Dan is het een beetje kijken in welke laag de meeste/grootste wolken hangen.
Elk type wolk kent bovendien ook enkele subtypes, afhankelijk van hoe dicht opeen gepakt de wolken zijn, of ze een kasteel vormen of eerder vlokken. Maar dat zou ons te ver leiden. We probeerden de wolken zo goed mogelijk te determineren. Als we ons vergist hebben, laat het weten!
De meest bekende wolkensoort. Ze lijken een beetje op bollen katoen. Schilder Theodoor Verstraete wist dat de bovenzijde van de wolk vaak helder wit is, en de onderkant eerder donker. Opstijgende warme lucht boetseert de waterdruppels in scherp afgelijnde vormen.
Omgeven door een grijs wolkendek en de regen houdt maar niet op? Dan is de nimbostratus in het land. ‘Stratus’ is een egale muur van wolken dicht bij de grond. De combinatie met ‘nimbus’ voor ‘regenwolk’ zegt genoeg. Eén van de veulens probeert er tevergeefs voor te schuilen op dit schilderij van Alfred Verwee.
Alexander Marcette schilderde deze stratus die stilaan aan het oplossen is. De bewolking is zo dun dat de zon door de wolken heen komt. Een late zon kleurt de vormloze wolken een beetje geel. De kans op neerslag is nog maar heel klein.
‘Wolkenspel’ noemde Gustave De Smet dit schitterend voorbeeld van stratocumulus. De grote ballen tonen zich soms in los verband, dan weer zijn ze een massief geheel. Deze wolken zijn de meest voorkomende in West-Europa. Misschien brengen ze nog regen?
Badend in het warme licht van de ondergaande zon domineert deze altocumulus het duinenlandschap. Ze komt voor in de middenregio en is te herkennen aan het grote formaat van de aparte wolken. Adrien-Louis Demont biedt ons dezelfde beleving als wat de minimensjes op het schilderij moeten ervaren: overweldiging. Zie je ook het vuurtje?
Ondertussen kan je ‘de witte wolk’ uit de titel herkennen als een stratocumulus. James Ensor borstelde bovenop het dikke wolkenpak draadachtige wolken. Door de hoogte bestaan cirrus, windveren, of nog sluierwolken, enkel uit ijskristallen. Ze spurten voorbij tegen snelheden tot 100 km/uur.
Woest tuimelt een angstaanjagende rolwolk over Oostende. Veel goeds voorspelt ze niet, ze is de voorbode van onweer. Met de wind en regen mee, zo penseelt Ensor hier de overgang van rolwolk naar cumulonimbus, de echte donderwolk.
Gelukkig heb je na regen vaak…een regenboog. Er hangt nog een stratus in de lucht bij Guillaume Vogels, maar er is beter weer op komst.
Eindigen doen we met een nieuw type wolk, de cumulus fantasia. Als je lang genoeg kijkt, lijkt het of stapelwolken altijd carnaval vieren. Nemen ze de vorm aan die jij erin wil zien? Of kiezen ze zelf de vorm die ze willen aannemen? Balthasar Ommeganck zag een rups boven de bergen kruipen. Wat zie jij? Het herderskoppeltje speelt alvast het spel mee.