Kan kunst de psychè redden?
Een gesprek met Patrick Allegaert en Bart Marius, voormalig en huidig artistiek leider van het Museum Dr. Guislain in Gent.
Gautier Platteau is een kunstboekenmaker pur sang. Een gesprek over verhalen, kwaliteit en dicht bij jezelf blijven. Dit is een ingekorte versie van het interview dat in het zomernummer van ZAAL Z verscheen.
Interview door Wenke Mast
Portretfoto door Stephan Vanfleteren
Gautier Platteau (1980) startte zijn carrière in 2003 als redacteur. Van kunstboeken. Sinds 2011 staat hij aan het roer van uitgeverij Kannibaal/Hannibal, die haar vleugels breed uitslaat. Voor het zomernummer van ZAAL Z, een themanummer over boeken, praten we met hem over het edele beroep van het kunstboeken maken.
'Het is een oud vak, met een lange traditie en een rijke geschiedenis. Denk aan Bruegel die in de 16de eeuw met zijn uitgever (de Antwerpenaar Hieronymus Cock, nvdr) gravures maakte om ervoor te zorgen dat zijn werk verder kon reiken dan die ene koper van dat ene schilderij. Wij doen vandaag niets anders.
Een kunstboek is een perfect product. Het combineert kijken en lezen. Geniaal in zijn eenvoud! Bij tentoonstellingscatalogi speelt het evenementiële aspect ook mee. Daar is het boek een souvenir: een herinnering aan een onvergetelijke tentoonstelling. En een kans om je thuis verder te verdiepen. Je ziet daar trouwens een verschuiving. Vroeger had je klassieke catalogi met een inleiding gevolgd door alle kunstwerken, netjes op een rij. Nu worden er verhalen verteld. Het boek bij de Van Eyck-expo in MSK Gent is geen catalogus of een publieksgids, het is een volwaardig boek over Jan van Eyck. Dat verlengt de levensduur van de publicatie en zorgt ervoor dat je ook buiten het museum succesvol kan zijn. Zeker als het ook nog eens een mooi boek is. Daar zetten wij als uitgeverij op in. Wij maken boeken om te koesteren.’
‘Eigen lof stinkt. Maar ik denk dat we een aantal keer hebben bewezen dat je met kunstboeken commerciële successen kan neerzetten. Bruegel in Wenen was een bestseller. Van Eyck nu ook. De kunstboekenwereld is heel klein. Zelfs internationaal kent iedereen elkaar. Binnen dat wereldje spreekt onze aanpak veel mensen aan. We zetten in op kwaliteit qua redactie, vertalingen, vormgeving… en we nemen nooit risico’s in de productie. We blijven kleurproeven maken tot we zeker zijn. Daarnaast zijn we niet vies van marketing.’
Als uitgever moet je ervoor zorgen dat een zo groot mogelijk publiek het verhaal oppikt en begrijpt. Dat is het startpunt, de essentie van wat me drijft.
‘Finaal is het verhaal het belangrijkste. Als uitgever moet je ervoor zorgen dat een zo groot mogelijk publiek het verhaal oppikt en begrijpt. Dat is het startpunt, de essentie van wat me drijft. Dat kan het verhaal zijn van een fotograaf met een specifiek project, of van een tentoonstellingsmaker die jaren onderzoek wil bundelen. We starten altijd met dezelfde vraag: hoe vertalen we dit naar papier? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze verhalen hun weg vinden? Daar zit de uitgeefuitdaging. Verder moet het natuurlijk rendabel zijn. We moeten kunnen leven van de boeken die we maken.’
‘We publiceren nooit een boek vanuit het idee: “easy money”. We hebben er wél voor gekozen om elk jaar een aantal “moeilijke boeken” te publiceren. Dat ben je verplicht aan jezelf en je vak. Ik denk dan aan een debuut van een fotograaf of een catalogus bij een iets kleinere tentoonstelling. Boeken waarvan we weten: als we er daar duizend van verkopen zal het goed zijn, maar daarvoor doen we het niet. We doen het omdat we het verhaal bijzonder vinden. Omdat we erin geloven. Van fotografe Sanne De Wilde gaven we een jaar of drie geleden The Island of the Colorblind uit. We hebben daar een aantal belangrijke prijzen mee gewonnen. Dat “moeilijke” boek is nu een collectible dat voor 400 dollar verkocht wordt.’
Dicht bij jezelf blijven brengt uiteindelijk het meeste op.
‘Inderdaad, je kan maar uitgeven wat er in je zit. Een cliché, maar wel waar.’
‘Elk medium is anders. Fantastisch dat je online zo maximaal kan inzoomen op een schilderij. Met een boek kan dat niet en dat zal ook nooit kunnen. Anderzijds wordt niemand blij van een link naar een boek in pdf-vorm als kerstcadeau. Het fysieke aspect blijft belangrijk. Ik zie geen concurrentie op het vlak van gebruik. Iemand die het boek bij de Van Eyck-expo kocht, zal ook een kijkje gaan nemen op de website Closer to Van Eyck. Je moet er wel voor kiezen om boeken te publiceren die al hun troeven uitspelen. Een boek dat nogal simpel, een beetje lullig zelfs, gemaakt wordt, had net zo goed een website kunnen zijn. Niet alles werkt in boekformaat.’
‘Goh, laat ons zeggen dat de mensen van The Met of MoMA mij altijd mogen bellen.’