Door Eric Rinckhout

Niemand minder dan Vincent van Gogh bewonderde Henri De Braekeleer als een vernieuwende schilder. Op 14 december 1885 schreef hij vanuit Antwerpen aan zijn broer Theo:

"‘Zoodoende zag ik verscheiden mooie dingen, twee studies van Henri de Brakeleer [sic], ge weet dat die niets met de oude de Br. te maken heeft, ik bedoel die eene die een fameus colorist is en rigoureus analyseert – Manet achtig, althans even oorspronkelijk als Manet.’ "
Vincent van Gogh

Toch is die ‘fameuze colorist’ intussen vergeten.

Pseudo-pointillisme

"Het is van 1988 geleden dat er nog een grote tentoonstelling aan De Braekeleer werd gewijd," zegt Ronny Van de Velde. Die KMSKA-tentoonstelling was het eerste grote project van Herwig Todts, die ook nu curator is van de expo. Van de Velde: "Intussen zijn veel mensen De Braekeleer vergeten. Vroeger had je in de hiërarchie eerst god, dan kwam De Braekeleer en daarna pas Ensor. Nu schiet alleen Ensor over."(lacht)

"Voor mij is het allemaal begonnen toen ik De vrouw met de spiegel kocht, uit zijn latere periode, heel los en zeer apart geschilderd. Je voelt dat hij op zoek is naar iets nieuws. Dan ben ik mij meer in hem beginnen te verdiepen. Voor mij is De Braekeleer een bron van de moderne schilderkunst in België. Dat is men vergeten en daarom tonen we hem opnieuw. Recent hebben we bovendien nogal wat verloren gewaand werk herontdekt."

Schilderij De maaltijd of de vrouw op de rug gezien van Henri De Braekeleer
De maaltijd of Vrouw op de rug gezien - Henri De Braekeleer, KMSKA

Is De Braekeleer écht de vergeten stamvader van het modernisme in België?

Herwig Todts: "Van Gogh zei al dat De Braekeleer “rigoureus analyseert”: hij haalt de kleuren uit elkaar. Dan krijg je een soort pseudo-pointillisme, maar met streepjes. De Braekeleer vroeg zich af wat hij met zijn beeldmiddelen kon doen. Hij wil dus dezelfde stap zetten als de modernisten. In de tentoonstelling willen we dat modernistische aspect van De Braekeleer tot zijn recht laten komen."

Ronny Van de Velde: "Hij had zeker Manet en de impressionisten gezien op de tentoonstellingen van Les XX in Brussel. De Bar aux Folies Bergère van Manet hing bovendien in 1882 op de Driejaarlijkse Salon in Antwerpen. Net zoals De oude herberg “Het Loodshuis” van De Braekeleer zelf. Toch schildert hij anders dan Manet. De Braekeleer zoekt zijn eigen weg naar een nieuw soort schilderkunst, zeker in zijn laatste tien jaar. Vroeger werden die late werken met hun strepen en haakjes beschouwd als studies, nu kun je ze wel degelijk beschouwen als afgewerkte schilderijen."

Fascinatie voor licht

Was De Braekeleer dan een impressionist?

Todts: "Voor mij begint het impressionisme zodra men schaduwen vervangt door kleur. Monet kleurt schaduwen paars. Dat is niet het geval bij De Braekeleer. Het gaat bij hem om de grote vrijheid van schilderen. Dat kan zo schetsmatig en expressief worden dat de vormen niet meer identificeerbaar zijn."

"Dat proces van schetsmatig schilderen is al langer bezig: de 16de-eeuwse studiekoppen van Rubens, de portretten van Hals, daarna Delacroix… Medio 19de eeuw gaan de pleinairisten dat consequent en radicaal doen: denk aan de school van Fontainebleau. Bij ons zijn het Boulenger en Dubois die los schilderen. De Braekeleer vraagt zich af wat hij met dat pleinarisme kan doen en gaat daar steeds verder in. Zoals een pleinairist naar een landschap keek, zo keek De Braekeleer naar het interieur."

Van de Velde: "Uiteindelijk zie je dat het onderwerp niet meer belangrijk is. Het gaat om het schilderen. En het licht. Zo laat hij het licht in opeenvolgende voorstudies van eenzelfde onderwerp steeds van een andere kant komen. Dat is wat hem interesseerde."

"Zoals een pleinairist naar een landschap keek, zo keek De Braekeleer naar het interieur. "
Herwig Todts, KMSKA-conservator en medecurator van de tentoonstelling

Klein en intimistisch

Was hij even introvert als zijn personages?

Van de Velde: "We weten heel weinig over hem. De Braekeleer zou in zijn leven niet meer dan tachtig woorden hebben gesproken."

Todts: "Men is heel sterk geneigd hem te identificeren met zijn personages. Maar dat is gevaarlijk en gemakzuchtig."

Van de Velde: "Er wordt vaak over de depressie gesproken die hij in zijn laatste tien jaar zou hebben gehad."

Todts: "Er wordt zelfs gezegd dat hij krankzinnig is geworden, maar in die periode schrijft hij brieven waaruit blijkt dat hij zaken doet en schildert. Zijn brieven vertellen weinig over zijn persoonlijkheid. Wel over zijn voorkeuren: De Hooch en Vermeer ziet hij in Nederland. Dat zijn z’n modellen. Hij moet vooral gefascineerd zijn geweest door de manier waarop Vermeer het licht telkens weer anders schilderde."

Van de Velde: "Hij moet ook goed naar Frans Hals gekeken hebben: zie naar de losheid in de manier waarop hij boter en een tafellaken schildert."

Stillevenbenodigdheden - Henri De Braekeleer, KMSKA

Antwerpen

De Braekeleer schildert het middeleeuwse Antwerpen…

Todts: "….en niet het economisch bruisende Antwerpen. Niet de haven en de boulevards, maar een stille provinciale wereld. Hoewel hij zelf in een chique 19de-eeuws huis op de Leopoldlei woonde, de huidige Belgiëlei. Zijn leefwereld was het moderne Antwerpen, maar hij schilderde het niet."

Van de Velde: "Het middeleeuwse sprak hem aan. Hij schilderde een wereld die aan het verdwijnen was. Medio 19de eeuw werd er veel gesloopt in Antwerpen: de kaaien werden rechtgetrokken, de leien aangelegd."

Schilderij De Teniersplaats in Antwerpen van Henri De Braekeleer
De Teniersplaats in Antwerpen - Henri De Braekeleer, KMSKA

Dit is een ingekorte versie van het interview met Ronny Van de Velde en Herwig Todts over Henri De Braekeleer dat in het herfstnummer van museummagazine Zaal Z verscheen