Over dit
werk

Object details

Titel: 
De laatste dag
Datum: 
1964
Medium: 
olieverf op doek
Afmetingen: 
330 × 500 cm
Inventaris nummer: 
3039
Inscripties: 
rechts onder: Alechinsky

Meer over dit werk

Alechinsky is kunsthistorisch onlosmakelijk verbonden met CoBrA (1948-1951), de naoorlogse avant-gardebeweging van Deense, Belgische en Nederlandse kunstenaars, onder wie Karel Appel, Asger Jorn, Constant Nieuwenhuys en Corneille. Als Europese tegenhanger van het Amerikaanse abstract expressionisme bond CoBrA in zijn korte bestaan de strijd aan met het formalisme. CoBrA wilde een ‘internationaal front van experimentele kunstenaars’ vormen, zo schreef medeoprichter Christian Dotremont.
Dit monumentale olieverfschilderij is een hoogtepunt van de belangrijkste stilistische CoBrA-kenmerken. Gestuele abstractie, surrealistisch automatisme (écriture automatique), anti-intellectualisme en expressionistische picturale spontaniteit komen samen in een bizar maar ook poëtisch, apocalyptisch tafereel. Het einde der tijden en de dood worden gesuggereerd door de horror vacui in een picturale ruimte die wordt bevolkt door boschiaanse of breugeliaanse wezentjes. Die monsterachtige figuraties maken inherent deel uit van de CoBrA-iconografie. In dit tafereel kronkelen de slangachtigen (Serpent de mer), uilen, eenden, vissen en doodskoppen op veelkleurige wijze over een overwegend Noordzee-groene verfmassa. ‘Evocation en vert: dans le mouvement, le haut de la vague. Les franges.’’ aldus de kunstenaar zelf. ‘Dergelijke kunst is de uitdrukking van energie, zij is de seismograaf van inwendige spanningen en emotionele ladingen. Zij is bij uitstek lyrisch en dynamisch,’ schreef Karel Geirlandt in 1970.
In navolging van Japanse kalligrafen – en dus slechts gedeeltelijk vergelijkbaar met de action painting van Jackson Pollock – boog Alechinsky zich ongeveer vanaf het midden van de jaren 1950 al staande over zijn linnen of papieren dragers. Op die manier schiep hij met de vrije hand en pols bewegingsruimte voor een virtuoos spel van lijn en kleur. Zo ontwikkelde hij een persoonlijke, grafisch geïnspireerde schriftuur die onderhevig was aan het toeval en het passievolle moment van creatie. ‘Een vlek, een lijn ontpopt zich als een gedrocht, met opengesperde muil en een tong die in een stukje calligrafie (sic) verandert.’
Dit muurvullende schilderij is ook een hommage aan James Ensor. Alechinsky heeft altijd een grote bewondering gekoesterd voor het ensoriaanse coloriet, de humor en de groteske fantasiewereld. Verschillende commentatoren hebben geopperd dat dit werk op zo’n groot formaat werd gemaakt om de confrontatie met Ensors iconische Intrede van Christus te Brussel te kunnen aangaan.
In 1968 maakte het schilderij deel uit van de hedendaagse kunsttentoonstelling Kontrasten 47/67 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, waarna het museum het werk aankocht. Toen was ook Ensors meesterwerk daar nog te bewonderen. Sinds de heropening van het museum na een langdurige renovatie bekleedt dit grootste én laatste olieverfschilderij van Alechinsky – hij ontdekte kort daarna in Amerika de acrylverf – een plaats naast Ensor in de introductieruimte. Het wordt gepresenteerd als ijkpunt in de Belgische moderne kunstgeschiedenis.

Verwervingsgeschiedenis

Gekocht van de kunstenaar, 1968.

aankoop: Pierre Alechinsky, 1968

Copyright en legaal

© SABAM Belgium 2021. Deze afbeelding mag niet gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.