Een onderbelicht kenmerk van de historische avant-garde is haar soms metafysische of religieuze dimensie. Die is er wel degelijk. In een wereld met een moderniteit die steeds sneller om zich heen grijpt stichten enkele Vlaamse kunstenaars in 1924 de katholieke kunstenaarsvereniging De Pelgrim.
Door co-curatoren Ewald Peters en Dennis Van Mol (Walden Art Stories)

De stichters van De Pelgrim – schrijver en schilder Felix Timmermans, architect Flor Van Reeth en schrijver Ernest Van der Hallen – streven naar een eigentijdse verdieping van hun christelijke geloofsleven. In zijn korte bestaan zal De Pelgrim tal van kunstenaars uit binnen- en buitenland samenbrengen. Zij willen de dwang van het nieuwe verzoenen met een innerlijke zoektocht naar zin en identiteit.

Volkstoeloop

Bijna een eeuw na zijn oprichting doet De Pelgrim nog bij weinig mensen een belletje rinkelen, maar tussen de twee wereldoorlogen spelen veel van de betrokken kunstenaars een belangrijke rol in het intellectuele en artistieke debat. Volgens Adriaan Gonnissen, conservator moderne kunst van het KMSKA, hebben museale instellingen zich de voorbije decennia vooral verdiept in de ontstaansgeschiedenis van de avant-gardebewegingen: ‘Daarbij verloren ze het historische belang van sommige “arrière-gardes” – zoals De Pelgrim er een is – wat uit het oog. De avant-garde uit de jaren twintig bijvoorbeeld was in wezen een storm in een glas water, een experiment van een kleine voorhoede. Die radicale kleur- en vormexperimenten waren cruciaal voor de ontwikkeling van de 20ste-eeuwse kunst, maar veroorzaakten destijds hoegenaamd geen volkstoeloop. De twee Pelgrimtentoonstellingen in Antwerpen in 1927 en 1930 deden dat wél.’

Historische, moderne en hedendaagse barok

De overtuigingskracht en de manier waarop De Pelgrim het spanningsveld tussen artistieke en religieuze traditie en vernieuwing heeft gethematiseerd, herinneren aan een eerdere periode uit de kunstgeschiedenis: de barok. De tentoonstelling over De Pelgrim past inderdaad in het stadsfestival Barokke Influencers. Intendant Harold Polis: ‘Barokke Influencers is een Antwerps stadsfestival dat bezoekers wil aansporen om na te denken over de intellectuele en materiële nalatenschap van de jezuïetenorde. Om hun publiek te overtuigen van hun religieuze overtuiging en sociale bewogenheid ontwikkelden zij

een unieke beeldcultuur, een strategie die bijzonder succesvol bleek. Centraal in het festival staan drie tentoonstellingen over historische, moderne en hedendaagse barok.’

Voor het historische luik slaan drie Antwerpse instellingen de handen in elkaar. In Museum Snijders& Rockoxhuis, de Sint-Carolus Borromeuskerk en de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience illustreren ruim veertig binnen- en buitenlandse topstukken van Peter Paul Rubens, Jacob de Wit en Daniël Seghers de kunst van het overtuigen in de 17de eeuw. Maar Barokke Influencers wil verder kijken dan de 17de eeuw. Polis: ‘Zo kwamen we voor de 20ste eeuw uit bij De Pelgrim: de beweging komt er op een historisch momentum, kort na de Eerste Wereldoorlog, wanneer veel mensen zoekende zijn en een nieuwe beeldtaal strategisch wordt ingezet om hen te blijven doordringen van een groter zingevingsproject. Als kers op de taart zal het Havenhuis dienstdoen als een eigentijdse ontmoetingsruimte waar nagedacht wordt over het belang van artistieke traditie en vernieuwing in onze superdiverse samenleving. Die drie tentoonstellingen worden onderbouwd en verweven met een randprogramma met stadswandelingen en lezingen.’

"De Pelgrim verbindt zowel historisch als esthetisch de twee werelden binnen dit museum. "
Adriaan Gonnissen

Traditie en moderniteit

De keuze om het ‘moderne barokverhaal’ van De Pelgrim te vertellen in het Prentenkabinet van het KMSKA is niet toevallig. Gonnissen: ‘De Pelgrim verbindt

zowel historisch als esthetisch de twee werelden binnen dit museum. De tentoonstelling is in die zin een prachtige schakel tussen het oude en het nieuwe gedeelte, tussen de iconografie van Rubens en de beeldtaal van de 20ste-eeuwse modernen. Het spanningsveld tussen traditie en vernieuwing is eigen aan De Pelgrim. Dat wordt in de expo onder meer gevisualiseerd met voorstellingen van mystici en heiligen als Ruusbroec en Franciscus, die de leden van De Pelgrim het meest inspireren op hun reis

naar het innerlijke. Brave, bijna academische voorstellingen van deze figuren botsen met evocaties in een beeldtaal die sterk beïnvloed is door het vormenkleurgebruik van de avant-gardestromingen van het begin van de 20ste eeuw.’

Daarnaast worden uiteraard de sleutelfiguren van de katholieke renouveau-beweging belicht, onder wie Eugeen Yoors, Felix Timmermans, Herman Deckers, Dirk Vansina en Albert Servaes. Ook internationale betrokkenen als Jan Toorop, Frederik van Eeden en Tone Kralj komen aan bod, net als Paul Joostens en Prosper De Troyer, avant-gardisten die

je misschien niet meteen verwacht in een katholieke kunstenaarsvereniging, omdat zij het religieuze en het seculiere niet strikt scheidden. Of om het met Van Ostaijen te zeggen: voor hen kon ook de duivel de weg naar God zijn. Bijzondere aandacht krijgt de modernistische architectuur van De Pelgrim, met architecten als Flor Van Reeth, Jef Huygh en Huib Hoste. Sommige van hun grootse bouwprojecten zijn in wezen prachtige voorbeelden van Gesamtkunst, projecten waarbij architecten, kunstschilders, beeldhouwers, vormgevers en glaskunstenaars de krachten bundelen om een soort totaalkunst te verwezenlijken.

Zonnebeke, Westgevel, Presentatietekening - Huib Hoste, ca. 1922, inkt op kalkpapier, 95,8 x 60,3 cm, Universiteitsarchief KU Leuven
Le ciel est à nous, Le Royaume des choses inutiles - Paul Joostens, 1937, collage op papier, 29,4 x 22,1 cm, Mu.Zee, Oostende

Gemeenschapskunst

Het begrip ‘Gesamtkunst’ zou je een modewoord kunnen noemen van de radicale avant-gardestromingen uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, maar het duikt ook op in de context van De Pelgrim. De historische avant-garde blinkt in die jaren vooral uit in theoretische discussies. Die gaan over hoe de nieuwe kunst kan bijdragen aan de nieuwe

wereld die zal ontstaan op de puinen van de Eerste Wereldoorlog. De figuur van Jozef Peeters, de Antwerpse constructivist die sterk beïnvloed wordt door de doorgedreven abstractie van De Stijl, illustreert dat goed. Peeters probeert in de eerste helft van de jaren twintig herhaaldelijk zijn definitie van gemeenschapskunst scherp te krijgen. Door hun

gedeelde geloofsovertuiging hebben de leden van De Pelgrim minder behoefte aan een definitie. Hun verhaal is a priori verankerd. In een onttoverde wereld waarin sociale, economische en culturele zekerheden onder druk staan, kunnen velen de talrijke uitdagingen niet loskoppelen van een fundamentele angst voor verval. Precies die angst voor geestelijke leegte en verlies van identiteit proberen de Pelgrims te bezweren met een

herkenbaar gemeenschappelijk verhaal: ze betrekken hun traditionele katholieke geloof op hun eigentijdse artistieke praktijk. Voor de bouw van een kerk of een school volstaat het om vanuit hun geloof intens samen te werken om gemeenschapskunstte realiseren.

Dit artikel verscheen eerder in ZAAL Z 44.