Ask A Question: Rhytmus van lichtgolvingen. Straat, zon en menigte
Vanop haar thuiswerkplek beantwoordt collectieonderzoeker Véronique jouw vragen over dit futuristische werk van Jules Schmalzigaug.
Hoe verzamel je een kunstcollectie die zeven eeuwen omvat? En hoe ontstond het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen? Duik mee in het verleden van het museum: van mijlpaal naar mijlpaal.
De 14de eeuw. In Antwerpen verenigen schilders zich in een gilde: de Sint-Lucasgilde. Deze heeft zijn eigen vergader- en feestlokaal. Die verfraaien ze met hun eigen werken. Zo schenkt Rubens in 1614 De Heilige familie met papegaai aan de gilde.
Vanuit de Sint-Lucasgilde richt schilder David Teniers de Jonge een Academie op. In 1773 houdt de gilde op met bestaan. De werken gaan over naar de Academie. Die bezit intussen naast topwerken van Rubens ook kunst van Abraham Grapheus, Jordaens en Cornelius de Vos.
De Fransen roven Antwerpen leeg. Heel wat kunst uit de Academie, kerken en musea verhuist naar Parijs. Na de Slag om Waterloo keren de Vlaamse meesters terug naar huis. 26 schilderijen – vooral werken van Rubens – krijgen een plek in het museum van de Academie.
De Hollanders tonen zich guller dan de Fransen. Willem I schenkt de Academie een werk van Titiaan en David Teniers II. In 1840 krijgt de collectie een echte boost. Ridder Florent van Ertborn – oud-burgemeester van Antwerpen – laat na zijn dood kunstparels na van onder andere Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hans Memling en Jean Fouquet.
De Academie richt het 'Academische Corps' op. Vooraanstaande kunstenaars die toetreden, moeten een werk én een portret afstaan. Zo groeit de collectie 19de-eeuwse kunst sterk. Kunstminnende verenigingen, nog meer legaten en salonaankopen dikken de museumverzameling verder aan.
Ten zuiden van het centrum plant de stad een nieuwe wijk met dokken, een station, kerken én … een nieuw museum. Een noodzaak. Het museum van de Academie is intussen te klein voor de groeiende collectie.
De bouw van het museum gaat van start. Geen makkelijke opgave voor architecten Jan Jacob Winders en Frans Van Dijk. De zalen moeten brandveilig zijn en een grote lichtinval hebben. Er is bovendien nood aan restauratieplaatsen, een vergaderzaal, kelders tegen rampen, een moderne verwarmingsinstallatie én magazijnen. Een architecturaal huzarenstukje.
De bouw neemt zeven jaar in beslag. Op 11 augustus 1890 opent het museum trots de deuren. Het gebouw bevat een mix van bouwstijlen: van klassiek tot Vlaamse renaissancestijl.
Onder impuls van de Antwerpse familie Franck en de verenigingen Kunst van Heden en Vrienden der Moderne Kunst vergaart het museum een belangrijke collectie eigentijdse kunst: zowel Belgisch impressionisme als Vlaams expressionisme. Daarbij zitten veel werken van James Ensor, maar ook Chagall en Schmalzigaug.
In 1974 schenken baron Ludo van Bogaert en zijn vrouw Marie-Louise Sheid hun aanzienlijke Rik Wouters-verzameling aan het KMSKA: 13 schilderijen, 8 beelden, 36 tekeningen en aquarellen. Naast de belangrijkste Ensor-collectie ter wereld heeft het museum nu ook de grootste Wouters-verzameling.
In het najaar van 2011 start de nieuwe verbouwing. De historische schil krijgt een moderne kern. Zo komen zowel de klassieke als moderne collecties nog beter tot hun recht.